De Vogelliefhebber
Een algemene beschrijving geven van de vogelliefhebber is onbegonnen werk. Ze zijn zo verschillend van mekaar en toch hebben ze één zaak gemeen, ze houden allemaal van vogels.
Neem nu de man of vrouw, jongen of meisje met een kanarie in een kooitje, allen hebben ze de zelfde mening hun kanarie is de mooiste en kan het mooiste zingen.
De vogelliefhebber maakt van zijn tuin een paradijs voor de vogels. In elk hoekje staat een voedertafel en de takken lijken versierd met vetbollen, zakjes met nootjes en nog veel meer. Deze mensen hoeven geen vogeltje in een kooitje, zij houden van de vogels in de natuur. Ze timmeren nestkasjes in mekaar en hangen ze her en der op in de hoop enkele mezen, mussen of andere nestkastbewoners een thuis te bezorgen dicht bij hen, en ze spreken dan ook over hun koolmezen of wat er ook moge wonen .
De vogelliefhebber die aangesloten is bij een club heeft over het algemeen een ander idee over de vogelliefhebberij. Bijvoorbeeld, iemand met een gemeenschap volière, die daarin enkele bij elkaar passende vogels heeft. Hij heeft er doorgaans plezier in de vogels te horen fluiten en af en toe eens een paartje te ontdekken dat het gezinsgeluk heeft gevonden.Hij zal er dan ook alles aan doen om deze trotse ouders alles te geven wat ze nodig hebben wat de voeding betreft. Hij zal ook de nodige nestgelegenheid geven om het kweken aan te moedigen.
De meer gespecialiseerde liefhebber geeft er de voorkeur aan zijn vogels te houden in ofwel kleine vluchtjes ofwel in kweekbakken zoals dat heet.
Meestal is men dan aanhanger van één bepaald gamma of hoe moet ik dat zeggen?
Deze liefhebbers houden dan, kleurkanaries of exoten of parkieten, enz.
Men houdt het dan meestal niet op één en dezelfde variëteit, zoals de kleurkanarie kweker, die zal heel zelden alleen maar gele of witte kanaries kweken. In vele gevallen komen daar nog een hele reeks andere kleurslagen bij.
De parkietenkweker houdt het dan bij de kromsnavels zoals dat heet.
Hier kennen we dikwijls een dubbele kwekerij. Enerzijds zijn er de grote parkieten (meestal Australische) in ruime vluchten. Anderzijds vinden we daar dan ook nog een kweekruimte met kleinere parkieten. In vele gevallen zijn dat dan Agaporniden of andere vogels van deze grootte. Deze worden meestal gekweekt in kweekbakken.
De meest fanatieke kwekers zijn volgens mij de kwekers van exoten. Zij hebben er dan ook alles voor over om met de moeilijke vogels kweekresultaten te behalen.
Dikwijls kweken ze met vogels die er de gewoonte op nahouden te willen kweken op het tijdstip wanneer het in hun land van oorsprong kweekseizoen is. Laat het dan bij ons juist putje winter zijn. Deze vogeltjes komen uit een warm land, wat betekent dat de liefhebber moet verwarmen tot een aangename temperatuur. Deze moet voldoende zijn om mijnheer en mevrouw exoot aan te zetten om aan gezinsuitbreiding te beginnen. En dan heb ik het nog niet over de speciale voeding die deze uitheemse vogels eisen.
Veel van deze hoger genoemde liefhebbers gaan dan in het tentoonstellingsseizoen nog eens met hun lievelingen op bezoek bij andere clubs die tentoonstellingen inrichten, om daar mee te dingen naar een kampioentitel. Het mooiste wat een vogelliefhebber kan overkomen, met zijn vogels van eigen kweek, kampioen spelen.
Dit is maar een kleine greep uit de familie van de vogelliefhebbers. Er zijn natuurlijk nog tal van andere manieren om de vogelliefhebberij te beoefenen. Maar allen hebben ze één ding gemeen, ze houden allemaal van de gevederde vrienden.
Met andere woorden ze zien ze allemaal vliegen!!!!!!!!!!!
Als u begrijpt wat ik bedoel.
Jean Van Roy
|
|