Start     TT     Onze club     Artikels     Foto-gallerij     Enquete     Links

Mijn gedacht II

Momenteel maken we de droogste periode mee sinds de waarnemingen bestaan.We schrijven eind april 2007 En toch lijkt de natuur niet te kreunen onder deze extreme omstandigheden, natuurlijk zijn er hier en daar boeren die klagen, maar er is een oud spreekwoord dat zegt “als de boeren niet klagen en de pastoors niet vragen dan gaat de wereld vergaan”

Men zou denken deze droogte is nefast voor de vogels, het is volop kiptijd, met andere woorden de jonge vogeltjes moeten nu het ei verlaten, en zoals we altijd geleerd hebben moet dit gebeuren in een niet te droge omgeving ( 60 tot 80 %) want anders zijn de eischalen veel te hard en kan het jonge vogeltje zich niet uitpikken. Dit zijn waarschijnlijk de waarden die moeten in acht genomen worden in een broedkast, waar geen vogels zijn die de vochtigheid en de temperatuur kunnen regelen zoals dat geen enkel werktuig kan.

Maar wat stel ik nu vast dat er nog nooit zoveel eieren gekipt zijn als nu. En niet alleen bij mij maar bij enkele vrienden kwekers gaat het ook uitstekend en dit zonder al te veel poespas van bevochtigen en wat nog allemaal. En nochtans is het momenteel hooguit 40 % vochtigheid. Ik denk dat we meer bezorgd moeten zijn voor te veel vocht dan voor te weinig. Zou het dus kunnen dat de vogels in staat zijn om via hun natgemaakt verenpak voldoende vochtigheid in het nest te brengen zodat er geen enkel probleem is voor de jongen om uit te kippen? Want wat ik wel al vastgesteld heb is dat de grote parkieten ( veelkleuren en roodruggen ) zeer dikwijls een bad nemen en er als het ware druipnat bij zitten. De vogels die hun drinken krijgen via een flesje daar merk ik ook dat er ’s avonds meer flesjes leeg zijn dan anders. De kweekbakken waar jongen en eieren in het nest liggen die geef ik nu wel een badje. Ik denk dat een voorjaar als dit een bewijs is dat de natuur tot veel in staat is, de overlevingsdrang is zo groot dat de vogels onder omstandigheden die ze nog nooit meegemaakt hebben zich toch kunnen voortplanten. Uitzonderlijke omstandigheden zullen er altijd al geweest zijn en in de toekomst nog zeker komen. Datgene wat wij nu meemaken is heel uitzonderlijk, wij moeten hier lessen uit trekken en in de toekomst niet te vlug gaan panikeren als de naald van onze vochtigheid meter eens heel laag staat, want met in te grijpen doe je soms meer kwaad dan goed.

Daarom is het belangrijk dat wij onze ervaringen geregeld doorgeven aan andere kwekers want als iedereen moet experimenteren tot hij op het juiste spoor zit dan heeft de liefhebber er in vele gevallen al de brui aan gegeven. Het hangt van de ervaren kwekers af of ze hun ondervindingen doorgeven aan de nieuwe generatie. Hiermee bewijzen ze niet alleen een dienst aan de beginnende liefhebbers maar ook aan de vogeltjes die bij deze nieuwelingen terecht komen, want zij zullen er beter en met de juiste middelen verzorgd worden. Het is juist de bedoeling dat wij op onze maandelijkse vergaderingen onze ervaringen mededelen zo bewijzen we onze hobby een grote dienst, daarom is het aan iedereen aan te raden er maandelijks bij te zijn. Awel dat is “mijn gedacht”.

Jean